|
Completely Revised Edition : Q1 : the Heart of the Gospel
English, French and Dutch Translations by Taurus Press, 2016 available in POD format |
Q1
(ca.50 nc)
(*) de rubrieknamen zijn van de hand van de vertaler
Dit zijn de Woorden van Jezus.
Leringen
de gelukkigen
Hij zag de menigte en sprak :
1 ‘Gelukkig jullie armen,
want het Koninkrijk van Elohim is van jullie.
2 Gelukkig die nu honger hebben,
want je zult verzadigd worden.
Gelukkig die nu wenen, want je zult lachen.’
doe goed
3 ‘Maar aan jullie die horen, zeg ik
: heb je vijanden lief, doe goed aan hen die je haten.
4. Zegen hen die je vervloeken, bid voor hen die je beschimpen.
5 Bied hem die je op de wang slaat ook de andere aan ; en aan wie je mantel
wegneemt, weiger hem ook het kleed niet.
6 Geef aan ieder die je vraagt, en vraag niets van wie het jouwe
wegneemt.
7 Behandel de mensen zoals jullie zélf behandeld willen worden.
8 Als je liefhebt die jou liefhebben, welk soort dank is dan je deel ? Ook de
zondaars immers hebben lief die hen liefhebben.
9 Als je goed doet aan wie jou goed doet, welk soort dank is dan je deel ? De
zondaars doen hetzelfde.
10 En als je leent aan hen van wie je hoopt terug te krijgen, welk soort dank is
dan je deel ? Ook zondaars lenen aan zondaars om evenveel terug te krijgen.
11 Integendeel, heb je vijanden lief, doe goed en leen zonder er iets voor terug
te hopen ; je loon zal groot zijn, en jullie zullen zonen van de Allerhoogste
zijn, die goed is voor ondank-baren en misdadigers.’
het oordelen
12 ‘Wees barmhartig zoals ook je
Vader barmhartig is.
13 Oordeel niet, en jullie zullen niet geoordeeld worden.
14 Met de maat immers waarmee je oordeelt zal ook jij geoordeeld worden.’
een gelijkenis
15 Hij gaf hun een gelijkenis
:
‘Kan een blinde wel een blinde gidsen ? Zullen beiden niet in een kuil vallen
?
16 Een leerling is niet boven de leraar, maar iedere volleerde zal wel zoals
zijn leraar zijn.’
over hypocrisie
17 ‘Wat kijk je echter naar de
splinter in het oog van je broeder, als je op de balk in je eigen oog niet let ?
18 Hoe kun je aan je broeder zeggen : 'Broeder, sta toe dat ik de splinter uit
je oog haal', terwijl je zelf de balk in je eigen oog niet ziet ? Huichelaar !
Haal eerst de balk uit je eigen oog, en dan zal je scherp kunnen kijken om de
splinter uit het oog van je broeder te halen.’
goede & kwade vruchten
19 Er is toch geen goede boom die
zieke vruchten voortbrengt, en evenmin een zieke boom die goede vruchten
voortbrengt. 20 Iedere boom immers wordt aan de eigen vrucht gekend ; van
doornstruiken immers pluk je geen vijgen en van een braamstronk oogst je geen
druif.
21 De goede mens haalt uit de goede schat van het hart het goede te voorschijn,
en de boze mens haalt uit het boze het kwade te voorschijn. Ja, de mond spreekt
waar het hart van vol is !
horen én doen
22 Jullie noemen mij : 'Heer, Heer',
en je doet niet wat ik zeg ?
23 Ieder die tot mij komt en mijn woorden hoort én doet, ik zal je tonen aan wie
hij gelijk is.
24 Hij is als een mens die een huis bouwde, het fundament groef en uitdiepte en
het huis op de rots zette. En toen er een overstroming was, brak de stroom tegen
dat huis, maar die slaagde er niet in het te doen wankelen omdat het goed
gebouwd was.
25 Hij echter die gehoord heeft en het niet doet, is als iemand die een huis
gebouwd had op de grond, zonder fundament en waartegen de stroom brak en
terstond viel het ineen en de verwoesting van dat huis was groot.
Instructies
de goede keuze
26 En terwijl zij langs de weg gingen,
zei iemand tegen hem : "Ik zal U volgen waar U ook heengaat."
27 Jezus zei hem : ‘De vossen hebben holen en de vogels in de lucht nesten, de
mensenzoon echter heeft niets waarop hij het hoofd kan neerleggen.
28 Hij zei nu tegen een andere : ‘Volg mij.’ Die echter zei : ‘Sta me toe om
heen te gaan en eerst mijn vader te begraven.’
29 Hij zei hem : ‘Laat de doden hun eigen doden begraven, jij nu, ga heen en
verkondig overal het Koninkrijk van Elohim.’
30 Nog een andere : ‘Ik zal U volgen, Heer. Sta me echter eerst toe om afscheid
te nemen van mijn huisgenoten.’
31 Maar Jezus zei : ‘Niemand die de hand aan de ploeg slaat en naar de dingen
achter hem kijkt, is geschikt voor het Koninkrijk van Elohim.’
zending
32 Hij zei :
‘De oogst is groot, maar de arbeiders gering ;
smeek dus de Heer van de oogst dat Hij er arbeiders naar uitzendt.
33 Ga heen :
ik zend jullie als lammeren te midden van wolven.
34 Draag geen geldbeurs, reiszak, schoeisel, en groet niemand langs de
weg.
35 Als je een huis binnengaat, zeg eerst :
“Vrede aan dit huis.”
36 En als daar een zoon van vrede is, zal je vrede erop rusten, zoniet, zal die
vrede op je terugkeren.
37 Blijf nu in dat huis, etend en drinkend wat bij hen is ; de arbeider immers
is zijn loon waard.
Trek niet van het ene huis naar het andere.
38 En in welke stad je ook binnengaat, en ze ontvangen je, eet wat je wordt
voorgezet.
39 Genees er de zieken en zeg hun :
“Het Koninkrijk van Elohim is over u gekomen !”
40 Als je echter een stad binnengaat, en ze ontvangen je niet, ga weg naar haar
pleinen en zeg :
41 “Zelfs het stof uit uw stad dat aan onze voeten kleeft, vegen we tegen u af ;
maar dit moet u weten :
het Koninkrijk van Elohim is over u gekomen !”’
Vertrouwen in de Vader
het gebed tot de Vader
42 Nu zei hij hun :
Wanneer jullie bidden, zeg dan :
'Vader,
Uw Naam worde geheiligd,
Uw Heerschappij kome.
43 Geef ons het brood voor later.
44 Vergeef ons onze zonden.
Immers, ook zelf vergeven we ieder die ons iets schuldig is.
Leid ons weg van beproeving.’
de voorzienigheid
45 Vraag en jullie zal gegeven
worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal worden opengedaan.
46 Ieder immers die vraagt krijgt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal
opengedaan worden.
47 Of is er wél iemand onder jullie die, als zijn zoon hem brood vraagt, hem een
steen zal aanreiken ?
48 Of als hij vis vraagt, een slang ?
49 Als jullie dus, boos als jullie zijn, goede gaven weten te geven aan jullie
kinderen, hoeveel te meer zal jullie hemelse Vader goede dingen geven aan wie
hem erom vragen ?
Spreken en tegen angst
over openheid
50 Niets echter is helemaal bedekt
dat niet ontdekt zal worden en verborgen dat niet bekend zal worden.
51 Al wat jullie in de duisternis gezegd hebben, zal in het licht gehoord worden
; en wat je in het oor gesproken hebt, zal op de daken verkondigd worden."
tegen de vrees
52 Ik zeg je nu, mijn vrienden,
vrees diegenen niet die het lichaam doden en daarna niets méér te doen
hebben.
53 Worden vijf mussen niet verkocht voor wat kleingeld ? Toch vergeet Elohim
niet één van hen.
54 Ja, zelfs de haren op jullie hoofd zijn allemaal geteld. Vrees niet : je bent
méér waard dan veel mussen samen.
Persoonlijk bezit
tegen de hebzucht
55 Iemand nu uit de volksmenigte zei
hem : ‘Meester, zeg aan mijn broeder dat hij de erfenis met mij verdeelt.’
56 Hij echter zei hem : ‘Wie heeft mij aangesteld als rechter of verdeler over
jullie ?’
57 Hij zei tegen hen :
‘Zie en hoed jullie voor alle hebzucht want ook als iemand overvloed heeft, is
zijn leven niet afhankelijk van zijn bezittingen.’
58 Hij sprak nu deze gelijkenis tot hen : ‘Van een zeker rijk mens had het land
goed opgebracht.
59 En hij overlegde bij zichzelf, zeggende : “Wat zal ik doen, want ik heb niets
waarin ik mijn vruchten kan verzamelen ?”
60 En hij zei :
“Dit zal ik doen, ik zal mijn schuren neerhalen en grotere bouwen en daar zal ik
al mijn tarwe en mijn goederen in verzamelen.
61 En dan zal ik tegen mezelf zeggen : jij, je hebt veel goederen voor vele
jaren ; rust, eet, drink, wees vrolijk.”
62 Elohim echter zei hem :
'Onverstandige, vannacht nog wordt je ziel opgeëist.
Wat je bereid hebt, voor wie zal dat zijn ?'
63 Zo vergaat het diegene die schatten ophoopt voor zichzelf en niet rijk is
voor Elohim."
het Goddelijk leven
64 Hij zei tegen de leerlingen :
‘Daarom zeg ik jullie : maak je geen zorgen om het leven en wat je zult eten,
noch om het lichaam en over wat je zult aantrekken.
65 Het leven is immers meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de
kleding.
66 Let op de raven : ze zaaien of maaien niet, hun behoort bergplaats noch
schuur, en Elohim voedt ze. Hoeveel meer zijn jullie waard dan de vogels.
67 Wie van jullie echter kan door zich zorgen te maken iets aan zijn levensduur
toevoegen ?
68 Als je dus zelfs het kleinste niet kunt, wat maak je je zorgen omtrent het
overige ?
69 Let op de lelies hoe ze groeien : ze zwoegen noch spinnen. Toch zeg ik
jullie, zelfs Salomon in al zijn heerlijkheid kleedde zich niet als één van hen.
70 Als Elohim nu het gras op het veld dat er vandaag is en morgen in een oven
geworpen wordt zó bekleedt, hoeveel te meer dan jullie, kleingelovigen.
71 En jullie, zoek niet wat je zult eten en wat je zult drinken en laat je niet
verontrusten.
72 Dat alles streven de heidenen van de wereld na.
Je Vader echter weet wat je nodig hebt.
73 Maar zoek zijn Koninkrijk,
en dit zal je toegevoegd worden.
74 Vrees niet, kleine kudde, want het heeft jullie Vader behaagd jullie het
Koninkrijk te schenken.‘
de eeuwige schat
75 Verkoop jullie bezittingen en
geef een aalmoes ; maak voor jezelf beurzen die niet verouderen, een
onuitputtelijke schat in de hemelen, waar een dief niet nadert en een mot niets
kapot maakt.
76 Waar immers jullie schat is, daar zal ook jullie hart zijn.
Het Koninkrijk
nog gelijkenissen
77 Hij zei dan : ‘Waaraan is het
Koninkrijk van Elohim gelijk en waarmee zal ik het vergelijken ?
78 Met een mosterdzaad, dat een mens nam en in zijn tuin wierp en het groeide op
en werd tot een boom en de vogels in de lucht nestelden in zijn takken.’
79 Weer zei hij : ‘Waarmee het Koninkrijk vergelijken ?
80 Het is gelijk aan zuurdesem, dat een vrouw nam en verborg in drie maten meel,
totdat het geheel gerezen was.’
De discipelen
evenwicht
81 Want ieder die zichzelf verheft
zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert zal verheven worden.
over het gastmaal
82 Een zeker mens richtte een grote
maaltijd in en hij nodigde er velen op uit.
83 En hij zond zijn dienaar op het uur van de maaltijd om aan de genodigden te
zeggen : 'Kom, want het is al bereid'.
84 En opeens begonnen allen zich te verontschuldigen.
De eerste zei hem : 'Ik heb een akker gekocht en dringend moet ik er naar gaan
kijken ; ik vraag u mij te verontschuldigen.'
85 Een ander zei : 'Ik heb vijf koppels runderen gekocht en ik ga ze keuren ; ik
vraag u mij te verontschuldigen.'
86 En een ander zei :
'Ik heb een vrouw gehuwd en daarom kan ik niet komen.'
87 En toen de dienaar thuiskwam, boodschapte hij zijn heer deze dingen. Dan werd
de huisheer toornig, en zei aan zijn dienaar : 'Ga vlug uit naar de pleinen en
straten van de stad, en breng de armen, gebrekkigen, blinden en kreupelen hier
binnen !'
88 En de dienaar zei : 'Heer, wat u geboden hebt, is gebeurd, en nóg is er
plaats.'
89 En de heer zei tegen de dienaar : 'Ga uit naar de wegen en heggen en dwing
hen binnen te gaan, opdat mijn huis vol wordt !
90 Ik zeg je dat niemand van de mannen die genodigd waren van mijn maaltijd zal
proeven.’
het discipelschap
91 Als iemand tot mij komt en zijn
eigen vader en moeder niet haat, en vrouw en kinderen, en broers en zusters, ja
zelfs zijn eigen leven, kan hij mijn leerling niet zijn.
92 Al wie zijn eigen kruis niet draagt en achter mij aan loopt, kan mijn
leerling niet zijn.
93 Wie zijn leven voor zich zoekt te behouden, zal het verliezen ; wie echter
zijn leven verliest, zal het in leven houden.
waarschuwing
94 Het zout is goed ; als echter ook
het zout zijn smaak verliest, waarmee het zout dan kruiden ?
95 Voor land noch mesthoop is het bruikbaar : men gooit het buiten.
96 Wie oren heeft om te horen, hij luistere !
Opmerking bij deze vertaling :
Mogen nà ca. 80.000 monografieën over 'de christus', de woorden van Jezus onderzocht
worden, vrij van dogmatiek & fundamentalisme ?
Belangrijk was het "synoptisch probleem", heden opgelost. De evangeliën van Marcus (ca.70), Mattheüs (ca.80) & Lucas (ca.95) -geschreven in het koinè-Grieks- stemmen
zo overeen dat ze parallel afgedrukt kunnen worden ('synopsis' = 'samengesteld overzicht'
- Griesbach, 1776). Reeds in de tweede eeuw bestond er verzet tegen de tekst van (de)
Johannes(sen) (school tussen ca.100/170) omwille van allerlei conflicten tussen zijn (hun)
evangelisch verhaal en dat der synoptici. Ook omwille van de "gnostische
inslag" van Johannes werd zijn werk het in de tweede eeuw (toen het
Christelijk gnosticisme welig tierde) niet gunstig ontvangen.
De hedendaagse bijbelstudie (die deze teksten als literaire producten inschat) vraagt zich
o.m. af hoe verwantschappen & verschillen tussen de synoptici in multidisciplinair
perspectief (geschiedenis, filologie, sociologie, economie, filosofie & theologie)
begrepen kunnen worden. Een delikate kwestie.
Toch drie belangrijke vaststellingen :
(1) De 'oerevangelist' Marcus diende als model voor de redacties van Mattheüs & Lucas
(Wilke, 1838). De opeenvolging van het evangelie van Marcus werd later door Mattheüs
& Lucas overgenomen. Op hun beurt voegden dezen hun eigen materiaal (het 'Sondergut')
eraan toe.
(2) Naast de orde van Marcus putten Mattheüs & Lucas onafhankelijk van elkaar uit de
Woorden van Jezus of 'Q' ('Quelle' = 'bron' - Weisse, 1838, Holtzmann, 1863).
Marcus gebruikte Q niet.
(3) De redactie van deze 'logoi sophôn' (wijsheidswoorden - Robinson, 1964) gebeurde in
stadia, Q1, Q2, Q3 ; Q1 was daarbij de oudste laag
(Kloppenborg, 1988 & Mack, 1988, 1993).
Q1 is de kern van de evangeliën, "the first attempts at spelling out an
ethic" (Mack, 1993). Zowel Mattheüs als Lucas hebben uit Q gekozen. Meerdere
verzen van Q1 komen met tekstmateriaal uit het Evangelie van Thomas (ca.50 n.Chr.)
overeen.
Elders onderzoek ik de relaties tussen deze Woorden, de teksten van de evangelisten &
de recente vondsten te Qumrân & Nag Hammadi.
In Q1 geen heilige maaltijd, kerkinstelling of christus-messianisme. Over offer
& verrijzenis slechts de verzen Q1 94 & Q1 95 ! Is deze 'chrèstos'
(goede) Iesus herkenbaar in de gezalfde ('christos', 'christus') van Zijn volgelingen ?
De lezer vond de Nederlandse tekst van Q1, de oudste laag van Q. Bij het
vertalen maakte ik o.m. dankbaar gebruik van de Griekse & Latijnse grondtekst van de
Bijbel van Nestle-Aland (1979), de Franse vertaling van de Bijbel door Chouraqui (1989),
de Griekse versie van Q door Kloppenborg (1988), de Engelse vertaling van Q
door Mack (1993) en de Nederlandse vertaling van Q door Catherine (1996). De
vertaling is eenvoudig en streeft naar helderheid. De 21 rubrieknamen zijn van de hand van
de vertaler.
Q1
verzen & clusters
Q1 & 2
Q3 - 11
Q12 - 14
Q15 & 16
Q17 & 18
Q19 - 21
Q22 - 25
Q26 - 31
Q32 - 41
Q42 - 44
Q45 - 49
Q50 & 51
Q52 - 54
Q55 - 63
Q64 - 74
Q75 & 76
Q77 - 80
Q81
Q82 -90
Q91 - 93
Q94 & 96
|
Q bij Kloppenborg
ref.Lucas (L)
S08 - L 6:20-21
S09 - L 6:27-35
S10 - L 6:36-38 (Mt 7:1-2)
S11 - L 6:39-40
S12 - L 6:41-42
S13 - L 6:43-45
S14 - L 6:46-49
S21 - L 9:57-62
S22 - L 10:2-11
S27 - L 11:2-4
S28 - L 11:9-11
S35 - L 12:2-3
S36 - L 12:4,12:6-7
S40 - L 12:13-21
S41 - L 12:22-31
S42 - L 12:33-34
S49 - L 13:18-21
S54 - L 14:11
S55 - L 14:16-22
S56 - L 14:26-27,17:33
S57 - L 14:34-35 |
Enkele Boeken :
Catherine, L. : De Gelaagde Religie, Hadewijch - Baarn, 1996.
Chouraqui, A. : La Bible, Desclée de Brouwer - Paris, 1989.
Denaux, A. & Vervenne, M. : Synopsis, Brepols - Turnhout, 1986.
De Bijbel, Willibrord Vertaling, 1981, 1992.
The Holy Bible, Cambridge University Press - Cambridge, 1986.
Kloppenborg, J. : The Formation of Q : Trajectories in Ancient Wisdom Collections,
Fortress Press - Philadelphia, 1987.
Kloppenborg, J. : Q Parallels : Synopsis, Critical Notes and Concordance,
Polebridge - CA, 1988.
Mack, B.L. : The Lost Gospel : the Book of Q and Christian Origins, Element -
Queensland, 1993.
Nestle-Aland : Novum Testamentum Græce et Latine, Deutsche Bibelgesellschaft -
Stuttgart, 1979.
Robinson, J.M : "Logoi Sophon : Zur Gattung der Spruchquelle Q" , in : Dinkler,
E. (edit) : Zeit und Geschichte, Festschrift R.Bultmann, Tübingen, 1964, pp.77 -
96.
initiated : 1993 - last update : 09 VI 2016
- version n°1 - final version
|